Spanje en Portugal, 6 augustus tot 12 september
In
La
Coruña
waar
we
met
René,
Marcel’s
broer,
waren
aangekomen,
hebben
we
een
week
genoten
van
heerlijk
weer,
veel
rondkijken
in
de
stad,
Spaans
spreken
en
eten.
Het
voelde
een
beetje
alsof
we
weer
thuis
waren,
omdat
het
ons
aan
Venezuela
deed
denken,
waar
we
elkaar
ontmoet
hebben.
Er
was
veel
te
zien
in
La
Coruña.
Het
heeft
een
oud
ommuurd
gedeelte
met
leuke
kleine
straatjes,
oude
kerkjes
en
pleintjes
met
schaduwrijke
bomen
en
fonteinen.
Daar
hadden
ze
toevallig
net
middeleeuwenweek.
Ze
voerden
Middeleeuwse
kluchten
op,
er
waren
allerlei
kraampjes
met
o.a.
lederwaren,
kaarsen,
speelgoed
en
geneeskrachtige
kruiden.
Er
werd
kant
geklost,
appelcider
geperst,
het
was
mogelijk
om
pijl
en
boog
schieten
uit
te
proberen
op
een
schietschijf,
er
was
een
beeldhouwer
en
een
smid
die
fluitjes
van
een
cent
maakte.
Er
heerste
een
gezellige
drukte.
Niet
rond
siesta
tijd
van
2
tot
5
maar
daarna
vooral
kwam
heel
de
stad
tot
leven.
We
hebben
vaak
heel
gezellig
zitten
eten
in
Spaanse
tapa
bars.
Het
leuke
is
dan
om
steeds
weer
iets
nieuws,
typisch
lokaals
uit
te
proberen.
Zoals
bijvoorbeeld
de
"Pimientos
de
Padrón",
waar
af
en
toe
hele
hete
tussen
kunnen zitten!
Op
12
augustus
zijn
we
naar
Camariñas
gevaren.
Dat
was
voor
ons
de
moeilijkste
dag
tot
dan
toe.
Er
was
veel
deining
en
toen
verloor
Marcel
z'n
evenwicht
en
viel
bijna
overboord,
ik
ben
me
wild
geschrokken.
Gelukkig
zat
hij
met
z'n
harnas
vast
aan
de
boot
en
kon
hij
zich
aan
de
fokkeschoot
weer
naar
binnen
hijsen.
Daarna
stuurde
ik
tot
overmaat
van
ramp
tussen
2
boeitjes
door
(ik
had
nog
niet
eens
gezien
dat
het
er
twee
waren)
en
daartussen
zat
een
touw
gespannen.
Eerst
reageerde
het
roer
raar
en
toen
zaten
we
vast.
Marcel
is
toen
in
wetsuit
met
snorkel
en
duikbril
aan
een
lijn
overboord
gegaan
en
heeft
de
boot
weer
losgekregen.
Het
was
een
heel
karwei
en
ik
zag
Marcel
bij
iedere
golf
kopje
onder
gaan.
Gelukkig
kwam
hij
gauw
weer
boven.
Het
water
was
verschrikkelijk
koud,
rond
14
graden.
En
de
boot
ging
maar
op
en
neer
op
de
golven.
Weer
zo'n
enge
ervaring.
Ik
heb
ontdekt
dat
ik
eigenlijk
niet
zo'n
held
ben,
als
dit
soort
dingen
gebeuren
of
als
het
stormt.
Ik
ben
ook
vaak
zeeziek
en
dat
werkt
dan
ook
tegen.
In
Camariñas
hebben
we
voor
het
eerst
ons
bijbootje
uitgeprobeerd.
Dat
werkte
prima,
nadat
Marcel
eerst
uren
bezig
geweest
was
om
het
"roestvrije"
slotje
van
de
buitenboordmotor
los
te
weken
met
kruipolie.
En
kruipolie
hadden
we
toevallig
net
niet
in
het
keukenkastje
staan.
Dus
is
Marcel
eerst
naar
Foekje
en
Hans
op
"Romarin",
die
we
in
La
Coruña
hadden
leren
kennen, geroeid om het van hen te lenen.
Na
2
dagen
vertrokken
we
uit
Camariñas
met
zuidwesten
wind,
terwijl
er
noordoosten
wind
voorspeld
was,
en
bovendien
kwam
er
een
steeds
dichtere
mist
opzetten.
Hoe
moest
dat
nu
met
al
die
vissers
boeitjes
met
die
touwen
ertussen?!
Gelukkig
zijn
we
die
toen
niet
meer
tegen
gekomen,
of
we
hebben
ze
niet
gezien
in
de
mist.
En
er
waren
gelukkig
niet
al
te
veel
boten
om
ons
heen,
zodat
we
hun
plaats
en
koers
redelijk
gemakkelijk
in
de
gaten
konden
blijven
houden
op
de
radar.
Wel
vreemd
zo
blind
varen
op
de
instrumenten.
Maar
alles
ging
goed
en
aan
het
eind
van
de
dag
liepen
we
Portosin
binnen.
We
hadden
die
dag
veel
GSM
kontakt
gehad
met
Henneke,
Fred
en
Maarten
Dijkstra
en
Mike,
goede
vrienden
van
ons,
die
bij
ons
aan
boord
zouden
gaan.
En
net
toen
wij
de
haven
binnenliepen,
zagen
we
hen
staan
zwaaien
en
springen
op
de
kant
en
Fred
knipperde
met
de
autolichten.
Het
was
een
heel
vrolijk
weerzien.
Samen
met
hen
hebben
we
een
paar
fjorden
("rias")
van
Galicia
uitgebreid
bekeken.
Het
was
alleen
bijna
steeds
rot
weer
met
harde
wind
uit
de
verkeerde
richting
en
regen.
Daarom
zijn
we
op
een
regenachtige
dag
met
hun
auto
naar
Santiago
de
Compostela
gegaan.
Daar
hebben
we
een
prachtige
kathedraal
bezocht,
waar
al
eeuwen
lang
allerlei
pelgrims
naar
toe
trekken
vanuit
heel
Europa.
De
kathedraal
was
prachtig
met
beeldhouwwerk
in
marmer
en
veel
goud.
Heel
bijzonder
allemaal,
ook
om
te
zien
hoe
het
geloof
hier
nog
leeft.
Er
stond
daar
op
het
plein
een
bronzen
beeld.
Als
je
dichterbij
kwam
zag
je
dat
het
een
met
bronskleur
geverfde
man
was,
die
daar
stokstijf
stil
stond
te
staan.
Heel knap.
De
dag
daarna
was
het
mooi
weer.
Toen
zijn
de
jongens
naar
Muros
gezeild
en
Henneke
en
ik
gingen
samen
in
hun
auto
naar
Muros.
De
jongens
hadden
dolfijnen
gezien
en
lekker
gezeild
en
wij
hebben
de
markt
in
Noia
bekeken.
In
Muros
zagen
we
Foekje
en
Hans
van
"Romarin"
weer.
Door
het
slechte
weer
zijn
we
wel
2
keer
op
en
neer
gegaan
tussen
Portosin
en
Muros,
voordat
we
met
beter
weer
door
konden
gaan
naar
het
zuiden.
We
hebben
met
regenweer
veel
spelletjes
gedaan
en
ook
was
er
tijd
om
te
leren
knopen
en
splitsen.
Op
een
avond
stormde
het.
Marcel
was
met
de
jongens
het
bijbootje
aan
het
optakelen
uit
het
water
om
het
aan
boord
te
leggen
en
Fred,
Henneke
en
ik
waren
aan
de
afwas.
Wij
hadden
het
er
over
dat
ik
misschien
wat
meer
moest
loslaten
en
er
gewoon
op
vertrouwen
dat
alles
goed
ging
(omdat
ik
me
vaak
verantwoordelijk
voel
voor
de
veiligheid
en
of
alles
goed
gaat
aan
boord).
Prompt
hoorden
we
buiten
een
aantal
dreunen
en
een
"Shit"
en
zij
zagen
toen
het
bijbootje
met
een
ruk
tot
boven
het
topje
van
de
mast
waaien!
Later
hoorde
ik
dat
Marcel
daarbij
weer
aan
z'n
knieholten
over
de
railing
had
gehangen,
terwijl
hij
zich
vastklampte
aan
het
bootje.
Hij
had
er
blauwe
plekken
van.
Het
bootje
was
vervolgens
weer
neergekomen
bovenop
de
vlaggenstok
aan
de
achterkant
van
de
boot.
Daarbij
was
de
vlaggestok
afgebroken
en
overboord
gevallen
en
die
dreef
nu
steeds
verder
weg.
Wat
nu?
We
konden
onmogelijk
verder
zonder
Hollandse
vlag!
Gauw
heeft
Marcel
toen
de
buitenboordmoter
weer
op
het
bij
bootje
gezet
en
hebben
hij
en
Mike
vlak
voor
donker
de
vlag
weer
opgevist.
Hoezo
loslaten?
Marcel's
visie
op
dit
alles
was:
Dat
is
toch
spannend,
dan
gebeurt
er
tenminste
wat.
Zo
zou
ik
het
natuurlijk
ook
kunnen
bekijken.
Op
20
augustus
gingen
Henneke,
Maarten
en
wij
per
boot
naar
Porto
Pedras
Negras
en
hebben
we
moeten
motorzeilen
omdat
er
weinig
wind
was.
Onderweg
hebben
we
weer
dolfijnen
gezien.
Fred
en
Mike
gingen
per
auto.
In
Pedras
Negras
hebben
we
genoten
van
het
mooie
strand.
De
dag
daarna
zijn
onze
vrienden
weer
van
boord
gegaan.
Het
was
voor
ons
de
eerste
keer
met
zoveel
mensen
aan
boord.
Het
was
heel
gezellig
samen,
ook
al
was
het
wat
vol
en
druk
in
de
boot
met
z'n
zessen
met
slecht
weer.
Diezelfde
dag
zijn
wij
doorgemoterd
naar
Bayona.
Het
was
prachtig
weer,
maar
er
was
weer
geen
wind,
maar
wel
een
behoorlijke
deining
uit
het
noordwesten,
die
ons
wat
wee
in
de
maag
maakte.
Verder
hebben
wij
flink
geslalomd
om
alle
visboeitjes
heen.
In
Bayona
zijn
we
vijf
dagen
gebleven.
Het
was
iedere
dag
windstil
en
bijna
iedere
dag
begon
met
mist,
die
in
de
middag
optrok.
Van
die
tijd
hebben
we
gebruik
gemaakt
door
het
stadje
helemaal
te
bekijken.
Op
een
rots
net
buiten
de
haven
staat
een
10
meter
hoog
beeld
van
de
Virgen
de
la
Roca.
Zij
is
de
beschermvrouwe
van
de
vissers
en
de
haven.
Daar
zijn
we
naar
toe
gelopen.
Er
was
ook
een
fort.
Verder
was
het
grappig
om
te
zien
hoe
Bayona
een
touristenstraat
had,
n.l.
de
boulevard
langs
de
haven,
en
een
authentiek
straatje
met
couleur
locale
daarachter.
Daar
liepen
wij
dan
vaak
en
aten
wij
in
een
leuk
restaurantje
El
Rincon,
die
de
sfeer
had
van
een
oude
wijnkelder.
In
de
haven
lag
een
replica
van
La
Pinta,
een
van
de
twee
schepen
waarmee Columbus en Pinzón naar de West Indies gezeild waren.
Op
27
augustus
zijn
we
uit
Bayona
vertrokken
naar
Viana
do
Costelo
in
Portugal.
Onderweg
hebben
we
veel
soms
helemaal
uit
het
water
springende
dolfijnen
gezien.Vlak
voordat
we
de
haven
binnenliepen,
kwam
er
een
onweersbui
aan.
We
hebben
direkt
alle
antenne
stekkers
eruit
getrokken
en
een
startkabel
aan
de
verstaging
gemaakt
en
overboord
gehangen
(als
bliksemafleider).
Op
een
gegeven
moment
was
er
een
bliksem
flits
heel
vlak
bij,
met
een
enorme
boem.
Daarna
hoorden
wij
een
getik
in
de
mast.
Het
leek
precies
het
geluid
van
een
piezo-electrische
gas
aansteker.
De
electronische
navigatie
apparatuur
was
ook
meteen
van
slag.
Na
afloop
van
het
onweer
hebben
we
de
navigatie
apparatuur
uit
en
aan
gedaan,
en
werkte
alles
gelukkig
weer.
Viana
do
Costelo
was
onze
eerste
kennismaking
met
Portugal.
We
vinden
Portugal
heel
leuk
en
heel
anders
dan
Spanje,
de
mensen
zijn
ook
heel
aardig.
Veel
huizen,
gebouwen
en
kerken
zijn
gebouwd
in
Renaissance
en
Manueline
stijl.
Op
veel
muren
zie
je
zgn.
"Azulejos",
meestal
blauwe
tegels
met
allerlei
voorstellingen,
die
getuigen
van
Moorse
invloeden.
Er
was
zoveel
te
zien,
dat
wij
vaak
bepakt
met
foto-
en
filmcamera’s
door
de
stad trokken.
Van
Viana
do
Costelo
zijn
we
in
2
dagen
en
een
nacht
gezeild
naar
Cascais,
een
stadje
ten
westen
van
Lissabon.
We
hadden
die
nacht
veel
deining
en
harde
wind
uit
het
noorden
(eindelijk
de
langverwachte
"Portuguese
Tradewinds")
en
we
konden
nauwelijks
slapen
tussen
onze
wachten
door.
Vlak
vóór
Cascais
waren
er
windstoten
van
33
knopen
en
liep
Alegría
met
een
recordsnelheid
van
9.5
knoop!
Toen
we
aankwamen
waren
we
allebei
bekaf
en
zijn
zonder
eten
gaan
slapen.
Ik
zag
het
toen
even
niet
meer
zitten.
Nachtzeilen
met
storm
is
niet
mijn
favoriete
bezigheid.
Ik
hou
er
wel
van
als
ik
op
zee
een
mooie
zonsopgang
en
ondergang,
een
sterrenhemel
en
volle
maan
kan
zien.
En
dolfijnen,
walvissen
en
vogels
natuurlijk.
Ik
heb
ook
gemerkt dat ik het heerlijk vind als ik weer aan land kan gaan, rondkijken en met mensen praten.
Na
11
uur
slapen
waren
we
allebei
weer
opgeknapt
en
vond
ik
het
ook
weer
leuk.
We
hebben
"Romarin"
en
"Saarein"
weer
gezien.
Toen
hebben
we
er
een
heel
gezellige
dag
van
gemaakt
in
Lissabon,
het
was
onze
trouwdag.
’s
Avonds
zijn
we
naar
een
fado
restaurant
geweest.
Fado
is
traditionele
Portugese
zang,
heel
emotioneel
en
dramatisch.
Er
waren
3
fado
zangeressen
en
1
zanger.
De
laatste
zangeres
was
de
ster
van
de
avond,
en
eigenares
van
het
restaurant.
Lissabon
vonden
we
allebei
ook
heel
bijzonder,
maar
wel
touristisch.
De
stad
is
heel
mooi
aangelegd
met
allerlei
pleinen,
lanen
met
bomen
en
parken.
Het
is
wel
jammer
dat
veel
gebouwen
en
huizen
erg
vervallen
zijn.
Er
was
daar
ook
een
prachtig
paleis
met
een
heel
mooie
tuin
eromheen
en
overal
versierd
met
van
die
blauwwitte
en
gele
tegels.
In
het
oude
deel
van
de
stad,
Alfama,
waren
"miradouro’s"
of
uitzicht
punten,
van
waaruit
je
een
prachtig
uitzicht
over
de
stad
en
de
Rio
Tejo
had.
We
merkten
dat
we
het
oude
authentieke
Lissabon
met
kleine
straatjes
of
"becoes"
en
de
lokale
bevolking
het
leukst
vinden.
Op
een
zondag
waren
er
alleen
touristen
te
zien
in
de
hoofdstraten,
en
mensen
die
dingen
verkopen
aan
touristen.
Op
4
september
hebben
we
weer
2
dagen
en
een
nacht
doorgezeild
naar
Vilamoura
in
de
Algarve.
Aan
Vilamoura
vonden
wij
niet
veel
aan.
Er
was
veel
massa
tourisme.
Er
was
wel
een
archeologisch
park,
waar
ze
een
Romeinse
villa
hadden
opgegraven.
Wij
hebben
daar
iets
aan
ons
zeil
laten
veranderen
zodat
het
rolrif
systeem
beter
zou
werken
en
dat
werkt
nu
gelukkig.
Wel
zitten er nu helaas vouwen in het grootzeil, die er niet meer uit gaan.
Op
9
september
zijn
we
naar
het
westen,
naar
Lagos,
gezeild.
Lagos
vinden
we
weer
zo’n
leuk
stadje
in
de
Algarve.
Behalve
dat
zijn
er
prachtige
stranden
met
mooie
rotsformaties
en
helder
blauw
water
ten
zuiden
van
Lagos.
We
zijn
op
de
fiets
naar
Ponta
da
Piedade,
Praia
de
Camilo
en
Praia
Dona
Ana
gefietst
en
hebben
daar
liggen
zonnen
en
gezwommen.
’s
Avonds
zijn
we
uit
eten geweest in Restaurante O Degrau, dat toevallig gerund wordt door een Nederlandse, waar we heerlijk gegeten hebben.