St. Maarten, St. Martin, Anguilla en weer St. Maarten (februari tot 9 maart) We zouden nog even carnaval meemaken aan de Franse kant (St. Martin) en dan zouden we na een maand op St. Maarten aan de boot gewerkt te hebben, eindelijk vertrekken...... Het was een echt Caribbisch carnaval. We vonden het allebei een van de allerleukste dingen die we tot dan toe hadden meegemaakt. In Marigot was er een fantastische "grand parade" met muziek en vooral vrouwen, maar ook mannen en kinderen gekleed in kleurrijke, versierde pakjes en hoofdtooien met veren e.d. We hebben allebei met plezier staan filmen en fotograferen en de mensen vonden het leuk om gefotografeerd te worden. Kort daarna waren we blij dat we uit de lagune door de brug naar buiten voeren om naar Anguilla te gaan. Marcel wilde nog even de aangegroeide onderkant van de boot schoon maken en dan zouden we gaan. Het bleek dat daar geen beginnen meer aan was en we besloten om maar weer de lagune in te gaan en de boot bij Bobby’s Marina eruit te laten halen en een nieuwe laag antifouling aan te brengen. Het was het wel waard, want daarna zeilde Alegría ruim een knoop sneller! Wat is dat toch typisch. Tijden hebben we vast gezeten op St. Maarten, maar ook zaten we zelf vast, verstrikt in ons eigen denken. We waren ook om de haverklap verkouden. Wat wilden we nu? Tot dan toe hadden we een doel gehad om in de Caribbean te komen en nu waren we in de Caribbean en wat nu, gaan we naar het noorden of naar het zuiden en is dit het nu? En dan ook nog de vraag: "Wat willen we met ons verdere leven, hierna gaan doen?" Die vraag komt steeds vaker bij ons op en dwingt steeds meer om een antwoord. We willen graag weer meer onze hersens gebruiken, ook weer gaan werken. Hoe zit dat dan? Mensen zeggen wel eens dat ze jaloers op ons zijn dat we dit kunnen doen. Terwijl wij dit paradijs nu beleven (afgezien van bootonderhoud, minder prettige karweitjes of zeeziekte), denken wij wel eens: "Goh, het zou fijn zijn om een basis te hebben en weer te werken". Wil je als mens dan kontinu wat anders? Zijn we dan nooit tevreden op het moment met wat we doen? De truc is waarschijnlijk om te leren in het nu te leven en van alles te genieten (dat is pas Alegría!) Wat missen we dan toch? Iets doen wat je vervulling geeft, maar dit geeft ons ook vervulling. Iets creëren. Iets van jezelf ergens in leggen, bijdragen tot iets. Ik wil iets creatiefs met mensen doen. Misschien is dat wel de quest naar Alegria? Je diepste zelf ontdekken. Je wordt zo teruggeworpen op jezelf dat je gedwongen wordt om goed naar jezelf te kijken en jezelf te beter te leren kennen. Je kunt er nu niet meer om heen met het excuus van "ik heb geen tijd" of "ik heb het te druk" etc. En zo hoop ik, door helemaal naar binnen te keren er achter komen wat me motiveert en inspireert, zodat ik dan bewust kan kiezen wat ik ga doen. We komen ook dichter tot elkaar. Wel toevallig dat we steeds weer mensen tegen komen die ook dit jaar de oversteek gedaan hebben. Iedereen schijnt na aankomst in een soort van impasse te geraken en ook dat gevoel te hebben van wat nu. Alleen iedereen lost het weer anders op. De een verkoopt de boot, de ander vaart naar IJsland en nog een rondje om de Atlantic en weer anderen gaan naar Noord Amerika om het hurricane seizoen door te brengen, een groep gaat via de Azoren weer terug naar Europa en weer andere gaan dit jaar door het Panama kanaal en zeilen verder naar Polynesië. We hebben dit allemaal overwogen en hebben inmiddels een beslissing genomen. Ook al is het vast prachtig in Noord Amerika, we zijn hier naar toegekomen om de Caribbean te bekijken en dat gaan we dan ook doen. We kunnen altijd nog besluiten om volgend jaar verder naar het noorden te gaan, of door het Panama kanaal. Nu door het Panama kanaal vinden we te snel. Eerst maar eens ervaren hoe het ons hier bevalt. Anders vergeten we nog om hier om ons heen te kijken en zijn we alleen vooruit aan het plannen. We verheugen ons er erg op om eerst een paar weken naar de Virgin Islands te gaan en dan eilandje voor eilandje af te zakken naar het zuiden en daar ook rustig de tijd voor te nemen om de sfeer van de verschillende eilanden goed te proeven. We hebben gemerkt dat alle eilanden, als je ze goed bekijkt, er ook het land verkent, met de mensen praat en door de natuur loopt, heel verschillend zijn. Ze hebben allemaal leuke en minder leuke kanten en hebben een heel andere sfeer en cultuur. St. Maarten is in tegenstelling tot Antigua met overwegend zwarte lokale bevolking, een soort smeltkroes van allerlei verschillende culturen, afkomstig van alle kontinenten in de wereld. Dat maakt het wel heel leuk en internationaal. Toen de boot klaar was gingen we naar Anguilla. Anguilla is weer heel anders. Anguilla is plat in tegenstelling tot de eilanden waar we tot nu toe waren. Als je op een kaart van de Caribbean kijkt, kun je zien dat er in feite twee eilanden ketens zijn. Ze zijn allebei vulkanisch van oorsprong. De binnenste keten van Grenada tot Saba is jonger en daardoor bergachtig, zodat er zich vaak wolken vormen waar regen uitkomt, waardoor ze vaak weelderig begroeid zijn. De buitenste keten met eilanden zoals St. Maarten en Anguilla is ouder, verweerd en daardoor minder bergachtig en dus droger (hoewel je dat dit jaar niet zou zeggen van St. Maarten). In tegenstelling tot op St. Maarten krijg je op Anguilla een heerlijk rustig plattelands gevoel, met heel vriendelijke zwarte en blanke mensen. Iedereen zegt hallo op straat. Er is daar nog onbedorven natuur met adelaars roggen en zeeschildpadden onder water en o.a. pelikanen en pijlstormvogels boven water. Er staan ook prachtige Caribbische huizen en we hebben de fantastische artgallery/atelier van Michèle Lavalette bezocht. Haar website is www.michelelavalette.com. We zijn een dagje naar Prickly Pear Cay East geweest, een prachtig onbewoond eilandje met witte stranden en heel helder water, waar we gesnorkeld hebben. Toen was er een flinke deining uit het Noorden voorspeld en konden we de oversteek naar de Virgin Islands niet maken. We besloten om terug te gaan naar St. Maarten en de Heineken regatta van dichtbij mee te maken. We zijn naar Orient Bay aan de oostkant van St. Maarten gezeild, hebben bij Ile Pinel voor anker gelegen en hebben gewacht tot daar de eerste boten voor de wind met spinnaker op voorbijgezeild kwamen. We hebben toen op de genoa met ze meegezeild en veel foto’s kunnen nemen. De tweede dag in Marigot troffen we toevallig Sjors en Carola, die we begin augustus op "Felice" in La Coruña hadden ontmoet en die nu in de organisatie van de regatta zaten. Leuk om hen weer te zien! Ook zagen we Shirley en Guustaaf van "Jahazi" nog op de valreep. Ze waren terug van hun bezoek aan Holland en gingen naar de BVI. om hun boot te verkopen. Wij kregen veel van hun levensmiddelen voorraad. Vooral de goulash was lekker. Op 9 maart vertrokken we om 4 uur ’s ochtends naar de BVI. Het was een mooie nacht met veel sterren en een klein maantje. De overtocht verliep goed met wind in de rug en om 5 uur ’s middags lieten we het anker vallen bij Spanish Harbour op Virgin Gorda. British Virgin Islands (BVI, 9 tot 18 maart) We hebben een heerlijke tijd gehad op de BVI. We vonden het heel leuk om hier weer te zijn. We hadden hier in 1995 een 45 feet Centurion gechartered met een groep vrienden uit Caracas. Bijna iedere dag hebben we gesnorkeld en de ene plek was nog mooier dan de andere. We zijn gaan snorkelen en wandelen bij de Baths op Virgin Gorda. De Baths bestaan uit strandjes met palmbomen en af en toe enorm grote granietblokken. Het was er wel druk. Die avond zijn we naar Marina Cay gegaan. Een eilandje met bovenop een leuke bar met terras, waar we de zon onder hebben zien gaan. Daarna in een restaurant aan het water gegeten en de volgende ochtend gesnorkeld. Het allermooiste in de BVI vonden we Anegada, het laagste eiland, bijna helemaal omgeven door koraalriffen. We vonden het best spannend om tussen de riffen door te varen. Gelukkig was het goed aangegeven. Aan de wal hebben we een hobbelbus gepakt naar de mooie Loblolly Beach aan de noordkant van het eiland. Daar waren prachtige onderwater valleien en koraal tuinen om tussen door te snorkelen. Er zwommen ook allerlei rifvissen, o.a. een grote baracuda en inktvissen. We hebben tijdens een strand wandeling naar Pomato Point ook vogels gezien. Op Tortola hebben we wat rondgewandeld door Road Town en hebben ’s avonds in een ouderwets Engelse pub (Pusser’s) gegeten. Bij Norman Island hebben we in grotten gesnorkeld en kreeften gezien. Een van de mooiste baaien vonden we Cane Garden Bay. Het was er heel beschut en we zagen er zeeschildpadden boven water komen. Het strand was prachtig. Die avond hebben we gegeten in Quito’s Gazebo aan het strand en naar de fantastische reggaemuziek van Quito’s band geluisterd en erop gedanst. Heerlijk! Sandy Spit is een klein onbewoond Robinson Crusoë eiland waar we ook heerlijk gesnorkeld hebben. US en Spanish Virgin Islands (18 maart tot 1 april) Vervolgens zetten we onze reis voort richting Puerto Rico. Eerst uitklaren in Sopers Hole (BVI), dan inklaren in Cruz Bay (USVI), en dan nog eens inklaren in Culebra (Puerto Rico). Puerto Rico is ook onderdeel van de VS, maar staat qua duane toch weer los van de USVI. Culebra en het dorpje Dewey ademen een heel relaxte sfeer uit. We vonden het heerlijk om weer Spaans te spreken. Het was fantastisch om de volgende ochtend wakker te worden in de baai. Overal hoorde je hanen kraaien, heel landelijk. Zo waren we vroeg op om naar Puerto Rico te zeilen. Puerto Rico is tot nu toe de kroon op onze zeiltocht. Vooral in de binnenlanden en in de oude steden deed het ons denken aan Venezuela en op de snelweg en in shopping malls aan de VS. We hebben de boot in marina Puerto del Rey gelegd, hebben een auto gehuurd en zijn er een week op uit getrokken. Eerst zijn we naar het El Yunque regenwoud gegaan in de bergen in het noordoosten van het eiland. We zijn daar naar de Las Minas watervallen gewandeld. We hebben veel vogels en boomkikkers gehoord. De boomkikkers heten "coqui" en dat is ook het geluid dat ze maken. De planten- en boomgroei is overweldigend met afwisselend loofbomen, palmbomen, varens, boomvarens en bamboe. Daarna hebben we de Ruta Panoramica gereden van Yabucoa in het zuidoosten door de Central Cordillera naar Maricao in het westen. We hebben genoten van prachtige uitzichten. Het was nu misschien ook wel extra mooi, want heel veel bomen stonden in bloei. Vooral de enorme fel-oranje bloemen van de Afrikaanse Tulpenboom waren overal te zien. Ook langs die route zagen we af en toe watervallen. We hebben een nacht doorgebracht in Casa Grande, een "parador" in de buurt van Utuado. Dit was een fantastische ervaring. Het lag midden in de bergen tussen al die prachtige planten. Het had een restaurant en een zwembad met uitzicht. We sliepen in een hut, die er van binnen als een hotelkamer uitzag, met balkonnetje en hangmat. Het mooiste was om om 6 uur ’s ochtends wakker te worden van al die vogel- en kikker geluiden. Het hele bos kwam tot leven. Mijn moeder zei me later: "Misschien deed het je aan Klamono in Nieuw Guinea denken" (we hebben daar van m’n tweede tot m’n vijfde jaar gewoond) en wie weet is dat ook wel zo. Die ochtend heb ik daar aan een yoga/meditatie sessie meegedaan. Ik heb me er de hele dag heerlijk door gevoeld. Het leek me ook leuk om zelf iets dergelijks te beginnen met zo’n ruimte om naast yoga en meditaite ook kunst/vrije expressie te beoefenen. Tussen Adjuntas en Maricao zijn we door koffie-, sinaasappel-, mandarijn-, en bananen plantages gereden. De koffieplanten waren in bloei en roken heerlijk (een beetje jasmijnachtig), de sinaasappels en mandarijnen hingen rijp in de bomen of vielen al op de grond. Onvoorstelbaar dat die plantages op zulke steile hellingen staan. Dat moet wel heel wat werk zijn. We wilden graag nog een nacht in een andere "parador" in de bergen doorbrengen, maar alles was vol, omdat het "Semana Santa" (de week voor Pasen) was en iedereen in Puerto Rico vrij had en erop uit trok. Toen hebben we een nacht in een oudbollige maar heel Puerto Ricaanse "parador" bij een thermale bron en kuuroord doorgebracht. De volgende dag zijn we naar het Indianen park "Tibes" gegaan. Daar lieten ze zien hoe de Taino Indianen op Puerto Rico leefden voor de komst van Columbus. Er was een gids die er fantastische verhalen bij vertelde. We zijn naar Hacienda Buena Vista gegaan, waar ze lieten zien hoe mais en koffie gemalen werd met behulp van watermolens. Ook lieten ze zien hoe chocola van cacao gemaakt werd. In Ponce hebben we het oude centrum bekeken. Vooral Castillo Serrallés was zeer de moeite waard. In de kathedraal waren de banken versierd met palmtakken voor Palmpasen. Er zijn die dag ook processies geweest, maar die hebben wij gemist. Ook hebben we nog twee halve dagen in Old San Juan doorgebracht. Het is een prachtige, drukke stad met veel oude straatjes, waarvan de huizen in pasteltinten geschilderd zijn, met lantaarns en balkonnetjes. De stad is bijna helemaal omgeven door een muur, die tussen 1635 en 1645 in de Spaanse koloniale tijd gebouwd is. Je kunt er aan de buitenkant langs lopen op de Paseo de la Princesa. We zijn aan het eind van de week nog eens teruggegaan naar El Yunque om nog een mooie wandeling door het regenwoud te maken. Dat lukte precies tussen twee enorme buien door. Het was nu extra mooi met al die natte glimmende bladeren, het natte mos en elfenbankjes. Na een week vonden we het moeilijk om weer te vertrekken uit Puerto Rico. We hadden hier best langer willen blijven, het trekt ons ook om er te wonen als dat mogelijk zou zijn. Tijdens ons verblijf in de marina lagen we naast "Serendipity". En zo hebben we de familie Brown uit Beaumont, Texas ontmoet. Heel lieve mensen. We vertrokken op dezelfde dag en zagen elkaar weer bij Palominos, een eilandje even ten noordoosten van de marina. Ze zijn bij ons op de borrel geweest. De volgende dag was er geen wind, en zijn we naar Cayo Luis Peña, een eilandje bij Culebra gemoterd, waar zij ook weer lagen en hebben toen ’s avonds heel gezellig en lekker bij hen gegeten. De nacht voor Pasen lagen we voor anker bij Culebrita. Het ritselde in de baai van de zeeschildpadden, die steeds boven kwamen om lucht te happen. Op Paasochtend hebben we paaseieren beschilderd. Via BVI terug naar St. Maarten (2 tot 6 april) Op eerste Paasdag zijn we naar Caneel Bay, St. John gezeild en hebben ’s avonds een feestelijk paasdiner gegeten in een leuk restaurant aan het water in Cruz Bay. Op 1 april draaide de wind naar het oostnoordoosten en kwam precies uit de richting waar we naar toe moesten. Na een dag flink kruisen konden we bij Virgin Gorda voor anker gaan. De volgende dag kwam de wind uit het oostzuidoosten, precies uit de richting van St. Maarten waar we naar toe moesten. We zeilden weg uit de BVI door om de noordkant van Virgin Gorda heen te varen. Op het ondiepe platform tussen Virgin Gorda en Anegada werden we vreselijk opzij gezet door een sterke tegenstroom, waardoor we nauwelijks vooruit kwamen. Na een paar uur kwamen we in dieper water, en konden we beter opschieten, hoewel we eerst meer in de richting van St. Croix zeilden. Gedurende de dag draaide de wind gelukkig steeds meer naar het noordoosten, zodat we tegen de avond eindelijk meer richting St. Maarten konden varen. De wind was veel sterker dan verwacht met 18 tot 25 knopen en dat viel niet mee aan de wind met een flinke deining tegen. Af en toe daalde de snelheid daardoor tot 2 knopen. Bovendien werden we alsmaar zeezieker. Gelukkig heb ik op tijd een pilletje kunnen nemen, maar Marcel was net iets te laat. De nacht was eerst heel duister, maar gelukkig kwam om 12 uur de maan op. Van slapen kwam er die nacht niet veel. Daarbij kwam dat er af en toe, met name in de buurt van St. Maarten, flinke buien kwamen, die gepaard gingen met 25 tot 30 knopen wind, waarbij we moesten reven en zelfs bijliggen, omdat er in de regen helemaal niets meer te zien was en we anders op aanvarings koers met een cruiseship zouden zitten. Eerder die nacht had een cruise ship ons niet gezien, maar gelukkig had Marcel hem opgeroepen, waarna hij uitweek. De volgende ochtend vroeg kwamen we uitgeput in Simpson Bay aan en wie zagen we daar voor anker liggen? Foekje en Hans met "Romarin". Wat leuk! We voelden ons meteen weer thuis. Na nog een dag slapen hebben we ze uitgenodigd om bij ons te komen eten en we hebben een heel gezellige avond gehad samen. Nu wachten we op het weer, want het stormt en giet weer eens op St. Maarten. We waren naar St. Maarten gekomen om een windgenerator te installeren, en die zit er nu bijna op.
St. Maarten, St. Martin, Anguilla en weer St. Maarten (februari tot 9 maart) We zouden nog even carnaval meemaken aan de Franse kant (St. Martin) en dan zouden we na een maand op St. Maarten aan de boot gewerkt te hebben, eindelijk vertrekken...... Het was een echt Caribbisch carnaval. We vonden het allebei een van de allerleukste dingen die we tot dan toe hadden meegemaakt. In Marigot was er een fantastische "grand parade" met muziek en vooral vrouwen, maar ook mannen en kinderen gekleed in kleurrijke, versierde pakjes en hoofdtooien met veren e.d. We hebben allebei met plezier staan filmen en fotograferen en de mensen vonden het leuk om gefotografeerd te worden. Kort daarna waren we blij dat we uit de lagune door de brug naar buiten voeren om naar Anguilla te gaan. Marcel wilde nog even de aangegroeide onderkant van de boot schoon maken en dan zouden we gaan. Het bleek dat daar geen beginnen meer aan was en we besloten om maar weer de lagune in te gaan en de boot bij Bobby’s Marina eruit te laten halen en een nieuwe laag antifouling aan te brengen. Het was het wel waard, want daarna zeilde Alegría ruim een knoop sneller! Wat is dat toch typisch. Tijden hebben we vast gezeten op St. Maarten, maar ook zaten we zelf vast, verstrikt in ons eigen denken. We waren ook om de haverklap verkouden. Wat wilden we nu? Tot dan toe hadden we een doel gehad om in de Caribbean te komen en nu waren we in de Caribbean en wat nu, gaan we naar het noorden of naar het zuiden en is dit het nu? En dan ook nog de vraag: "Wat willen we met ons verdere leven, hierna gaan doen?" Die vraag komt steeds vaker bij ons op en dwingt steeds meer om een antwoord. We willen graag weer meer onze hersens gebruiken, ook weer gaan werken. Hoe zit dat dan? Mensen zeggen wel eens dat ze jaloers op ons zijn dat we dit kunnen doen. Terwijl wij dit paradijs nu beleven (afgezien van bootonderhoud, minder prettige karweitjes of zeeziekte), denken wij wel eens: "Goh, het zou fijn zijn om een basis te hebben en weer te werken". Wil je als mens dan kontinu wat anders? Zijn we dan nooit tevreden op het moment met wat we doen? De truc is waarschijnlijk om te leren in het nu te leven en van alles te genieten (dat is pas Alegría!) Wat missen we dan toch? Iets doen wat je vervulling geeft, maar dit geeft ons ook vervulling. Iets creëren. Iets van jezelf ergens in leggen, bijdragen tot iets. Ik wil iets creatiefs met mensen doen. Misschien is dat wel de quest naar Alegria? Je diepste zelf ontdekken. Je wordt zo teruggeworpen op jezelf dat je gedwongen wordt om goed naar jezelf te kijken en jezelf te beter te leren kennen. Je kunt er nu niet meer om heen met het excuus van "ik heb geen tijd" of "ik heb het te druk" etc. En zo hoop ik, door helemaal naar binnen te keren er achter komen wat me motiveert en inspireert, zodat ik dan bewust kan kiezen wat ik ga doen. We komen ook dichter tot elkaar. Wel toevallig dat we steeds weer mensen tegen komen die ook dit jaar de oversteek gedaan hebben. Iedereen schijnt na aankomst in een soort van impasse te geraken en ook dat gevoel te hebben van wat nu. Alleen iedereen lost het weer anders op. De een verkoopt de boot, de ander vaart naar IJsland en nog een rondje om de Atlantic en weer anderen gaan naar Noord Amerika om het hurricane seizoen door te brengen, een groep gaat via de Azoren weer terug naar Europa en weer andere gaan dit jaar door het Panama kanaal en zeilen verder naar Polynesië. We hebben dit allemaal overwogen en hebben inmiddels een beslissing genomen. Ook al is het vast prachtig in Noord Amerika, we zijn hier naar toegekomen om de Caribbean te bekijken en dat gaan we dan ook doen. We kunnen altijd nog besluiten om volgend jaar verder naar het noorden te gaan, of door het Panama kanaal. Nu door het Panama kanaal vinden we te snel. Eerst maar eens ervaren hoe het ons hier bevalt. Anders vergeten we nog om hier om ons heen te kijken en zijn we alleen vooruit aan het plannen. We verheugen ons er erg op om eerst een paar weken naar de Virgin Islands te gaan en dan eilandje voor eilandje af te zakken naar het zuiden en daar ook rustig de tijd voor te nemen om de sfeer van de verschillende eilanden goed te proeven. We hebben gemerkt dat alle eilanden, als je ze goed bekijkt, er ook het land verkent, met de mensen praat en door de natuur loopt, heel verschillend zijn. Ze hebben allemaal leuke en minder leuke kanten en hebben een heel andere sfeer en cultuur. St. Maarten is in tegenstelling tot Antigua met overwegend zwarte lokale bevolking, een soort smeltkroes van allerlei verschillende culturen, afkomstig van alle kontinenten in de wereld. Dat maakt het wel heel leuk en internationaal. Toen de boot klaar was gingen we naar Anguilla. Anguilla is weer heel anders. Anguilla is plat in tegenstelling tot de eilanden waar we tot nu toe waren. Als je op een kaart van de Caribbean kijkt, kun je zien dat er in feite twee eilanden ketens zijn. Ze zijn allebei vulkanisch van oorsprong. De binnenste keten van Grenada tot Saba is jonger en daardoor bergachtig, zodat er zich vaak wolken vormen waar regen uitkomt, waardoor ze vaak weelderig begroeid zijn. De buitenste keten met eilanden zoals St. Maarten en Anguilla is ouder, verweerd en daardoor minder bergachtig en dus droger (hoewel je dat dit jaar niet zou zeggen van St. Maarten). In tegenstelling tot op St. Maarten krijg je op Anguilla een heerlijk rustig plattelands gevoel, met heel vriendelijke zwarte en blanke mensen. Iedereen zegt hallo op straat. Er is daar nog onbedorven natuur met adelaars roggen en zeeschildpadden onder water en o.a. pelikanen en pijlstormvogels boven water. Er staan ook prachtige Caribbische huizen en we hebben de fantastische artgallery/atelier van Michèle Lavalette bezocht. Haar website is www.michelelavalette.com. We zijn een dagje naar Prickly Pear Cay East geweest, een prachtig onbewoond eilandje met witte stranden en heel helder water, waar we gesnorkeld hebben. Toen was er een flinke deining uit het Noorden voorspeld en konden we de oversteek naar de Virgin Islands niet maken. We besloten om terug te gaan naar St. Maarten en de Heineken regatta van dichtbij mee te maken. We zijn naar Orient Bay aan de oostkant van St. Maarten gezeild, hebben bij Ile Pinel voor anker gelegen en hebben gewacht tot daar de eerste boten voor de wind met spinnaker op voorbijgezeild kwamen. We hebben toen op de genoa met ze meegezeild en veel foto’s kunnen nemen. De tweede dag in Marigot troffen we toevallig Sjors en Carola, die we begin augustus op "Felice" in La Coruña hadden ontmoet en die nu in de organisatie van de regatta zaten. Leuk om hen weer te zien! Ook zagen we Shirley en Guustaaf van "Jahazi" nog op de valreep. Ze waren terug van hun bezoek aan Holland en gingen naar de BVI. om hun boot te verkopen. Wij kregen veel van hun levensmiddelen voorraad. Vooral de goulash was lekker. Op 9 maart vertrokken we om 4 uur ’s ochtends naar de BVI. Het was een mooie nacht met veel sterren en een klein maantje. De overtocht verliep goed met wind in de rug en om 5 uur ’s middags lieten we het anker vallen bij Spanish Harbour op Virgin Gorda. British Virgin Islands (BVI, 9 tot 18 maart) We hebben een heerlijke tijd gehad op de BVI. We vonden het heel leuk om hier weer te zijn. We hadden hier in 1995 een 45 feet Centurion gechartered met een groep vrienden uit Caracas. Bijna iedere dag hebben we gesnorkeld en de ene plek was nog mooier dan de andere. We zijn gaan snorkelen en wandelen bij de Baths op Virgin Gorda. De Baths bestaan uit strandjes met palmbomen en af en toe enorm grote granietblokken. Het was er wel druk. Die avond zijn we naar Marina Cay gegaan. Een eilandje met bovenop een leuke bar met terras, waar we de zon onder hebben zien gaan. Daarna in een restaurant aan het water gegeten en de volgende ochtend gesnorkeld. Het allermooiste in de BVI vonden we Anegada, het laagste eiland, bijna helemaal omgeven door koraalriffen. We vonden het best spannend om tussen de riffen door te varen. Gelukkig was het goed aangegeven. Aan de wal hebben we een hobbelbus gepakt naar de mooie Loblolly Beach aan de noordkant van het eiland. Daar waren prachtige onderwater valleien en koraal tuinen om tussen door te snorkelen. Er zwommen ook allerlei rifvissen, o.a. een grote baracuda en inktvissen. We hebben tijdens een strand wandeling naar Pomato Point ook vogels gezien. Op Tortola hebben we wat rondgewandeld door Road Town en hebben ’s avonds in een ouderwets Engelse pub (Pusser’s) gegeten. Bij Norman Island hebben we in grotten gesnorkeld en kreeften gezien. Een van de mooiste baaien vonden we Cane Garden Bay. Het was er heel beschut en we zagen er zeeschildpadden boven water komen. Het strand was prachtig. Die avond hebben we gegeten in Quito’s Gazebo aan het strand en naar de fantastische reggaemuziek van Quito’s band geluisterd en erop gedanst. Heerlijk! Sandy Spit is een klein onbewoond Robinson Crusoë eiland waar we ook heerlijk gesnorkeld hebben. US en Spanish Virgin Islands (18 maart tot 1 april) Vervolgens zetten we onze reis voort richting Puerto Rico. Eerst uitklaren in Sopers Hole (BVI), dan inklaren in Cruz Bay (USVI), en dan nog eens inklaren in Culebra (Puerto Rico). Puerto Rico is ook onderdeel van de VS, maar staat qua duane toch weer los van de USVI. Culebra en het dorpje Dewey ademen een heel relaxte sfeer uit. We vonden het heerlijk om weer Spaans te spreken. Het was fantastisch om de volgende ochtend wakker te worden in de baai. Overal hoorde je hanen kraaien, heel landelijk. Zo waren we vroeg op om naar Puerto Rico te zeilen. Puerto Rico is tot nu toe de kroon op onze zeiltocht. Vooral in de binnenlanden en in de oude steden deed het ons denken aan Venezuela en op de snelweg en in shopping malls aan de VS. We hebben de boot in marina Puerto del Rey gelegd, hebben een auto gehuurd en zijn er een week op uit getrokken. Eerst zijn we naar het El Yunque regenwoud gegaan in de bergen in het noordoosten van het eiland. We zijn daar naar de Las Minas watervallen gewandeld. We hebben veel vogels en boomkikkers gehoord. De boomkikkers heten "coqui" en dat is ook het geluid dat ze maken. De planten- en boomgroei is overweldigend met afwisselend loofbomen, palmbomen, varens, boomvarens en bamboe. Daarna hebben we de Ruta Panoramica gereden van Yabucoa in het zuidoosten door de Central Cordillera naar Maricao in het westen. We hebben genoten van prachtige uitzichten. Het was nu misschien ook wel extra mooi, want heel veel bomen stonden in bloei. Vooral de enorme fel-oranje bloemen van de Afrikaanse Tulpenboom waren overal te zien. Ook langs die route zagen we af en toe watervallen. We hebben een nacht doorgebracht in Casa Grande, een "parador" in de buurt van Utuado. Dit was een fantastische ervaring. Het lag midden in de bergen tussen al die prachtige planten. Het had een restaurant en een zwembad met uitzicht. We sliepen in een hut, die er van binnen als een hotelkamer uitzag, met balkonnetje en hangmat. Het mooiste was om om 6 uur ’s ochtends wakker te worden van al die vogel- en kikker geluiden. Het hele bos kwam tot leven. Mijn moeder zei me later: "Misschien deed het je aan Klamono in Nieuw Guinea denken" (we hebben daar van m’n tweede tot m’n vijfde jaar gewoond) en wie weet is dat ook wel zo. Die ochtend heb ik daar aan een yoga/meditatie sessie meegedaan. Ik heb me er de hele dag heerlijk door gevoeld. Het leek me ook leuk om zelf iets dergelijks te beginnen met zo’n ruimte om naast yoga en meditaite ook kunst/vrije expressie te beoefenen. Tussen Adjuntas en Maricao zijn we door koffie-, sinaasappel-, mandarijn-, en bananen plantages gereden. De koffieplanten waren in bloei en roken heerlijk (een beetje jasmijnachtig), de sinaasappels en mandarijnen hingen rijp in de bomen of vielen al op de grond. Onvoorstelbaar dat die plantages op zulke steile hellingen staan. Dat moet wel heel wat werk zijn. We wilden graag nog een nacht in een andere "parador" in de bergen doorbrengen, maar alles was vol, omdat het "Semana Santa" (de week voor Pasen) was en iedereen in Puerto Rico vrij had en erop uit trok. Toen hebben we een nacht in een oudbollige maar heel Puerto Ricaanse "parador" bij een thermale bron en kuuroord doorgebracht. De volgende dag zijn we naar het Indianen park "Tibes" gegaan. Daar lieten ze zien hoe de Taino Indianen op Puerto Rico leefden voor de komst van Columbus. Er was een gids die er fantastische verhalen bij vertelde. We zijn naar Hacienda Buena Vista gegaan, waar ze lieten zien hoe mais en koffie gemalen werd met behulp van watermolens. Ook lieten ze zien hoe chocola van cacao gemaakt werd. In Ponce hebben we het oude centrum bekeken. Vooral Castillo Serrallés was zeer de moeite waard. In de kathedraal waren de banken versierd met palmtakken voor Palmpasen. Er zijn die dag ook processies geweest, maar die hebben wij gemist. Ook hebben we nog twee halve dagen in Old San Juan doorgebracht. Het is een prachtige, drukke stad met veel oude straatjes, waarvan de huizen in pasteltinten geschilderd zijn, met lantaarns en balkonnetjes. De stad is bijna helemaal omgeven door een muur, die tussen 1635 en 1645 in de Spaanse koloniale tijd gebouwd is. Je kunt er aan de buitenkant langs lopen op de Paseo de la Princesa. We zijn aan het eind van de week nog eens teruggegaan naar El Yunque om nog een mooie wandeling door het regenwoud te maken. Dat lukte precies tussen twee enorme buien door. Het was nu extra mooi met al die natte glimmende bladeren, het natte mos en elfenbankjes. Na een week vonden we het moeilijk om weer te vertrekken uit Puerto Rico. We hadden hier best langer willen blijven, het trekt ons ook om er te wonen als dat mogelijk zou zijn. Tijdens ons verblijf in de marina lagen we naast "Serendipity". En zo hebben we de familie Brown uit Beaumont, Texas ontmoet. Heel lieve mensen. We vertrokken op dezelfde dag en zagen elkaar weer bij Palominos, een eilandje even ten noordoosten van de marina. Ze zijn bij ons op de borrel geweest. De volgende dag was er geen wind, en zijn we naar Cayo Luis Peña, een eilandje bij Culebra gemoterd, waar zij ook weer lagen en hebben toen ’s avonds heel gezellig en lekker bij hen gegeten. De nacht voor Pasen lagen we voor anker bij Culebrita. Het ritselde in de baai van de zeeschildpadden, die steeds boven kwamen om lucht te happen. Op Paasochtend hebben we paaseieren beschilderd. Via BVI terug naar St. Maarten (2 tot 6 april) Op eerste Paasdag zijn we naar Caneel Bay, St. John gezeild en hebben ’s avonds een feestelijk paasdiner gegeten in een leuk restaurant aan het water in Cruz Bay. Op 1 april draaide de wind naar het oostnoordoosten en kwam precies uit de richting waar we naar toe moesten. Na een dag flink kruisen konden we bij Virgin Gorda voor anker gaan. De volgende dag kwam de wind uit het oostzuidoosten, precies uit de richting van St. Maarten waar we naar toe moesten. We zeilden weg uit de BVI door om de noordkant van Virgin Gorda heen te varen. Op het ondiepe platform tussen Virgin Gorda en Anegada werden we vreselijk opzij gezet door een sterke tegenstroom, waardoor we nauwelijks vooruit kwamen. Na een paar uur kwamen we in dieper water, en konden we beter opschieten, hoewel we eerst meer in de richting van St. Croix zeilden. Gedurende de dag draaide de wind gelukkig steeds meer naar het noordoosten, zodat we tegen de avond eindelijk meer richting St. Maarten konden varen. De wind was veel sterker dan verwacht met 18 tot 25 knopen en dat viel niet mee aan de wind met een flinke deining tegen. Af en toe daalde de snelheid daardoor tot 2 knopen. Bovendien werden we alsmaar zeezieker. Gelukkig heb ik op tijd een pilletje kunnen nemen, maar Marcel was net iets te laat. De nacht was eerst heel duister, maar gelukkig kwam om 12 uur de maan op. Van slapen kwam er die nacht niet veel. Daarbij kwam dat er af en toe, met name in de buurt van St. Maarten, flinke buien kwamen, die gepaard gingen met 25 tot 30 knopen wind, waarbij we moesten reven en zelfs bijliggen, omdat er in de regen helemaal niets meer te zien was en we anders op aanvarings koers met een cruiseship zouden zitten. Eerder die nacht had een cruise ship ons niet gezien, maar gelukkig had Marcel hem opgeroepen, waarna hij uitweek. De volgende ochtend vroeg kwamen we uitgeput in Simpson Bay aan en wie zagen we daar voor anker liggen? Foekje en Hans met "Romarin". Wat leuk! We voelden ons meteen weer thuis. Na nog een dag slapen hebben we ze u i t g e n o d i g d om bij ons te komen eten en we hebben een heel gezellige avond gehad samen. Nu wachten we op het weer, want het stormt en giet weer eens op St. Maarten. We waren naar St. Maarten gekomen om een windgenerator te installeren, en die zit er nu bijna op.