Zweden-Denemarken-Holland, 9 tot 24 juni 2001 Hoewel we onze zeilboot Alegría voor het eerst op 4 april zagen, heeft het daarna nog twee maanden geduurd voordat we echt gingen zeilen op 9 juni. Omdat mijn vader kanker had, zijn we het grootste deel van de tijd bij hem en Jeanne geweest. Hij is de dag na zijn 71ste verjaardag op 25 mei overleden. Marcel en ik zijn tot na de begrafenis bij Jeanne gebleven en zijn op 4 juni naar Zweden gevlogen. Het was allemaal erg vreemd en tegenstrijdig om te gaan zeilen, je droom te leven op een boot met de naam “Alegría” (Blijdschap), terwijl mijn vader net gestorven was. Deze veranderingen in ons leven hebben heel wat emoties losgemaakt. Ook al leeft mijn vader niet meer, zal ik hem toch voor altijd in mijn hart bij me dragen. Na ons eerste bezoek aan de werf in Ellös, gingen we weer naar Zweden in mei om de boot voor de tocht voor te bereiden. We reden in een Ford Fiesta naar onze boot Alegría. Toen we aankwamen, waren daar John en Amanda, met wie we van Hawaï naar Canada hadden gezeild in augustus 1999. Zij waren ook bezig hun boot, een 46 ft Hallberg-Rassy voor te bereiden voor hun tocht naar Spitsbergen. Samen met hen en Vicky en Roland van Hallberg-Rassy, die nu ook onze vrienden zijn geworden, hebben we Alegría ingezegend en een feestje gebouwd met champagne en Zweedse lekkere hapjes. We zijn door hen verwend met champagne, mutsen en een survival pack. Het weer was fantastisch, we konden in onze T-shirts buiten zitten. Later die week hebben we nog een Hollands stel uit Bonaire ontmoet, Andrea and Arjan met hun boot Aquadraat, ook een HR 42. Zij zijn uit Ellös vertrokken richting Noorwegen. Toen we voor de derde keer in Ellös aankwamen, lag onze boot op ons te wachten, klaar om te zeilen. Vicky en Roland hebben voor onze boot gezorgd terwijl wij in Holland waren en de mensen van de werf waren steeds heel behulpzaam en vriendelijk. Tot onze verrassing was Aquadraat weer terug in Ellös. Na hun verhalen over Noorwegen, zijn we samen gaan winkelen voor de bevoorrading van onze boten. Net als wij wilden zij ook naar Holland zeilen. We moesten wachten tot het weer beter werd. Een zware storm met windstoten tot 60 knopen woedde over Ellös. Afgezien van de storm, is het zeilen op je eigen nieuwe boot, voor de eerste keer alleen maar met z’n tweeën wel wat anders dan zoals we met John en Amanda meegezeild hadden. Ik was best nerveus. Al met al vertrokken we op 9 juni uit Ellös voor onze eerste korte zeiltocht van 7.5 mijl naar Fiskebäckskil ten noorden van Ellös. Aquadraat was al eerder vertrokken naar het zuiden. Dit was een hele uitdaging voor ons met al die kleine eilandjes van keiharde graniet die allemaal op elkaar lijken, met hele nauwe doorgangen ertussen. Met behulp van onze Yeoman chart plotter ging het fantastisch, en deden we 7.5 knopen alleen maar met de genua, zodat we na een uur aankwamen. Daar was gelukkig iemand op de steiger die onze landvasten aanpakte, en ons hielp met aanleggen. Heerlijk vind ik dat. Fiskebäckskil is een heel leuk stadje, waar we twee nachten in een mooie marina zijn gebleven, en waar we heerlijk gegeten hebben in het Brygghuset restaurant. Op 11 juni gingen we naar Käringön direct ten zuiden van Ellos. Het was een fijne tocht. Toen we aankwamen kregen we de volgende uitdaging: aanleggen, dit keer zonder hulp. Normaal zou dit geen probleem moeten zijn, maar dit keer waren de plaatsen te kort voor onze boot. Afgezien daarvan, stuurt Marcel en spring ik op het dek op en neer en probeer om op zes verschillende plaatsen tegelijk te zijn. De timing is heel belangrijk. Vooral wanneer je van de boot op de steiger moet springen, en de juiste lijnen vast moet maken op de juiste kikkers. Ik hoop dat het een kwestie van tijd en gewenning is, zodat ik het op een wat relaxtere manier kan doen. We moesten de hele oeffening dus twee keer doen. Toen we er achter kwamen dat de boeitjes in plaats van achter de boot, naast de boot lagen. Käringön zelf was weer heel leuk met allemaal kleine rode boothuisjes, net als in Fiskebäckskil. We hebben ’s avonds wat rondgewandeld. Er zijn wat nauwe straatjes en verder zijn er alleen kleine paadjes die de huizen verbinden. Op 12 juni zijn we het Kattegat overgezeild van Zweden naar Denemarken. We voeren halve wind, en hebben er vier en een half uur over gedaan. Het was fantastisch weer, en Alegría zeilde heel goed. Ze stuurt heel licht, en haalde af en toe een snelheid van 8.5 knopen. We kwamen in Skagen aan om kwart voor vijf, en wie zagen we daar? Aquadraat met Andrea en Arjan. Het was leuk om ze weer te zien, en onze ervaringen uit te wisselen. In Skagen hebben we fietsen gehuurd, en alles gezien in Skagen en oud Skagen. We hebben art galleries bezocht met heel mooie impressionistische schilderijen van Krøyer en Ancher en ook wat beeldhouwerk. De gele stenen huisjes met rode daken met witten randjes zijn karakteristiek voor Skagen. Op 14 juni zijn we met windkracht 6-7 naar Saeby gezeild. Saeby is een oud vissersdorpje met mooie 17de eeuwse vakwerk huisjes en een oud kerkje met fresco’s uit de middeleeuwen en een model van een 17de eeuws zeilschip hangend aan het plafond. Hier is onze GSM in de plomp gevallen toen Marcel een jongetje uit het water viste dat met zijn Optimist in de haven was omgeslagen. Geen direct kontakt meer met familie en vrienden, en e-mails sturen was ook veel problematischer dan voorzien. We konden nergens onze laptop inpluggen. We hebben afscheid genomen van Aquadraat die naar het zuiden ging, naar het Kieler kanaal, en wij zouden naar het westen gaan door de Lymfjord. Van 16 tot 21 juni hebben we door de Lymfjord gezeild. De Lymfjord loopt dwars door Jutland en verbindt het Kattegat met de Noordzee. Op 16 juni hebben we Marcel’s veertigste verjaardag gevierd, met verse broodjes (een kadeautje van onze buurman), chokoladecake, een drankje op een verwarmd buitenterras en een lekker diner in een restaurant in Ålborg. In de Lymfjord zijn we door vier klapbruggen en onder een vaste brug doorgegaan. Vooral toen we onder die ene brug doorgingen, was het spannend om te zien of de mast er onder zou passen, ook al wisten we dat hij hoog genoeg zou zijn. Maar van het dek af gezien lijkt het of de brug te laag is. De Lymfjord is in het algemeen vrij ondiep. We moesten een nauw betond kanaal volgen, dat vier meter diep was. Onze boot steekt twee meter diep. Vaak zeilde Marcel dan en streepte ik de boeien die we passeerden af op de kaart. Op een nacht kwamen we moe aan in Løgstør, nadat we zo’n kanaal hadden gedaan, en besloten om vroeg naar bed te gaan. Toen we net in slaap gevallen waren, werden we wakker geknald door vuurwerk vlak boven onze boot! De aanlegplaats op Fur was te nauw voor onze boot, maar gelukkig konden we aan een andere steiger aanleggen. Op Fur hebben we weer fietsen gehuurd, en zijn het eiland rondgefietst. We hebben langs de noordwest kust naar fossielen gezocht en niet gevonden, behalve in het geologisch museum. We reden door een prachtig landschap heuvel op, heuvel af. Een goede oefening voor ons. De haven in Jegindø was te ondiep voor ons. Op de kaart stond 2.5 meter maar dit bleek 1.7 meter te zijn. Dus moesten we doorzeilen naar Lemvig. Bij de Oddesund brug zagen we een zeehond met zijn kop boven water steken. Dat duurde maar even, en toen verdween hij weer onder water. Lemvig bleek een mooie haven te hebben, met het beste restaurant tot dusver, direct aan de steiger waar we hadden aangelegd. Ons diner bestond gravad lax met asperges, gevolgd door zeewolf met garnalenmousse, gevolgd door een toetje van chocolademousse met slagroom tussen dunne krokante hazelnoot-caramel wafels. Natuurlijk hebben we aan boord ook heel goed gegezen, maar zo af en toe is het heerlijk om eens niet onder uit de koelkast of de vriezer een maaltje bij elkaar te zoeken. Onze laatste stop in de Lymfjord voordat we de Noordzee op gingen, was Thyborøn, een industriele haven. We hebben daar het “Sneglehuset” of schelpenhuisje bezocht. We hebben goed op het weer gelet m.b.v. onze weerfax, en besloten dat 22 juni een goede dag was om naar Den Helder in Holland te vertrekken, met windkracht 5 uit het noordwesten, later afnemend tot 3. Dit was de echte test: nachtzeilen met z’n tweetjes. Om ervoor te zorgen dat we ons goed zouden voelen, hebben we pillen tegen zeeziekte ingenomen, omdat er ruw uitzag. We hebben wachten van vier uur gedraaid. Marcel nam de nachtshift van 11 uur ’s avonds tot 3 uur ’s morgens. Ik bofte, want ik kon genieten van zonsondergang en -opgang. Midden in de tweede nacht zijn we de shippinglane ten noorden van Holland overgestoken. Voor deze speciale gebeurtenis waren we allebei wakker. Met behulp van de navigatie verlichting, onze verrekijker en de radar, zijn we veilig overgestoken. In de verte konden we de vuurtorens van de Hollandse waddeneilanden al zien liggen. Bij Den Helder ging de wind helemaal liggen, en besloten we om verder te gaan op de motor naar IJmuiden. We zijn daar op 24 juni rond drie uur ’s middags aangekomen. ’s Avonds aten we bij de Chinees, en Marcel was zo moe dat hij bijna van z’n stoel viel. Maar de zeiltocht was fantastisch en alles is goed gegaan. Van 24 juni tot 9 juli zijn we in IJmuiden gebleven en hebben veel vrienden en familie ons bezocht, om onze nieuwe boot te zien. We vonden het reuze gezellig en het was ook leuk om zoveel vrienden uit Oman te zien die toevallig op verlof waren in Holland. We zijn enorm verwend met cadeautjes. Het leek wel Sinterklaas! Een aantal vrienden konden ook een stukje met ons gaan zeilen. Op 8 juli hebben we een feestje gehouden om Alegría te wijden. Dat was heel gezellig. Op 9 juli zijn we met Jan Zonneveld naar Scheveningen gezeild. Toen we aankwamen werden we verrast door mijn moeder en Wim Sonneveld die op het havenhoofd naar ons stonden te zwaaien en te roepen.
Zweden-Denemarken-Holland, 9 tot 24 juni 2001 Hoewel we onze zeilboot Alegría voor het eerst op 4 april zagen, heeft het daarna nog twee maanden geduurd voordat we echt gingen zeilen op 9 juni. Omdat mijn vader kanker had, zijn we het grootste deel van de tijd bij hem en Jeanne geweest. Hij is de dag na zijn 71ste verjaardag op 25 mei overleden. Marcel en ik zijn tot na de begrafenis bij Jeanne gebleven en zijn op 4 juni naar Zweden gevlogen. Het was allemaal erg vreemd en tegenstrijdig om te gaan zeilen, je droom te leven op een boot met de naam “Alegría” (Blijdschap), terwijl mijn vader net gestorven was. Deze veranderingen in ons leven hebben heel wat emoties losgemaakt. Ook al leeft mijn vader niet meer, zal ik hem toch voor altijd in mijn hart bij me dragen. Na ons eerste bezoek aan de werf in Ellös, gingen we weer naar Zweden in mei om de boot voor de tocht voor te bereiden. We reden in een Ford Fiesta naar onze boot Alegría. Toen we aankwamen, waren daar John en Amanda, met wie we van Hawaï naar Canada hadden gezeild in augustus 1999. Zij waren ook bezig hun boot, een 46 ft Hallberg-Rassy voor te bereiden voor hun tocht naar Spitsbergen. Samen met hen en Vicky en Roland van Hallberg-Rassy, die nu ook onze vrienden zijn geworden, hebben we Alegría ingezegend en een feestje gebouwd met champagne en Zweedse lekkere hapjes. We zijn door hen verwend met champagne, mutsen en een survival pack. Het weer was fantastisch, we konden in onze T-shirts buiten zitten. Later die week hebben we nog een Hollands stel uit Bonaire ontmoet, Andrea and Arjan met hun boot Aquadraat, ook een HR 42. Zij zijn uit Ellös vertrokken richting Noorwegen. Toen we voor de derde keer in Ellös aankwamen, lag onze boot op ons te wachten, klaar om te zeilen. Vicky en Roland hebben voor onze boot gezorgd terwijl wij in Holland waren en de mensen van de werf waren steeds heel behulpzaam en vriendelijk. Tot onze verrassing was Aquadraat weer terug in Ellös. Na hun verhalen over Noorwegen, zijn we samen gaan winkelen voor de bevoorrading van onze boten. Net als wij wilden zij ook naar Holland zeilen. We moesten wachten tot het weer beter werd. Een zware storm met windstoten tot 60 knopen woedde over Ellös. Afgezien van de storm, is het zeilen op je eigen nieuwe boot, voor de eerste keer alleen maar met z’n tweeën wel wat anders dan zoals we met John en Amanda meegezeild hadden. Ik was best nerveus. Al met al vertrokken we op 9 juni uit Ellös voor onze eerste korte zeiltocht van 7.5 mijl naar Fiskebäckskil ten noorden van Ellös. Aquadraat was al eerder vertrokken naar het zuiden. Dit was een hele uitdaging voor ons met al die kleine eilandjes van keiharde graniet die allemaal op elkaar lijken, met hele nauwe doorgangen ertussen. Met behulp van onze Yeoman chart plotter ging het fantastisch, en deden we 7.5 knopen alleen maar met de genua, zodat we na een uur aankwamen. Daar was gelukkig iemand op de steiger die onze landvasten aanpakte, en ons hielp met aanleggen. Heerlijk vind ik dat. Fiskebäckskil is een heel leuk stadje, waar we twee nachten in een mooie marina zijn gebleven, en waar we heerlijk gegeten hebben in het Brygghuset restaurant. Op 11 juni gingen we naar Käringön direct ten zuiden van Ellos. Het was een fijne tocht. Toen we aankwamen kregen we de volgende uitdaging: aanleggen, dit keer zonder hulp. Normaal zou dit geen probleem moeten zijn, maar dit keer waren de plaatsen te kort voor onze boot. Afgezien daarvan, stuurt Marcel en spring ik op het dek op en neer en probeer om op zes verschillende plaatsen tegelijk te zijn. De timing is heel belangrijk. Vooral wanneer je van de boot op de steiger moet springen, en de juiste lijnen vast moet maken op de juiste kikkers. Ik hoop dat het een kwestie van tijd en gewenning is, zodat ik het op een wat relaxtere manier kan doen. We moesten de hele oeffening dus twee keer doen. Toen we er achter kwamen dat de boeitjes in plaats van achter de boot, naast de boot lagen. Käringön zelf was weer heel leuk met allemaal kleine rode boothuisjes, net als in Fiskebäckskil. We hebben ’s avonds wat rondgewandeld. Er zijn wat nauwe straatjes en verder zijn er alleen kleine paadjes die de huizen verbinden. Op 12 juni zijn we het Kattegat overgezeild van Zweden naar Denemarken. We voeren halve wind, en hebben er vier en een half uur over gedaan. Het was fantastisch weer, en Alegría zeilde heel goed. Ze stuurt heel licht, en haalde af en toe een snelheid van 8.5 knopen. We kwamen in Skagen aan om kwart voor vijf, en wie zagen we daar? Aquadraat met Andrea en Arjan. Het was leuk om ze weer te zien, en onze ervaringen uit te wisselen. In Skagen hebben we fietsen gehuurd, en alles gezien in Skagen en oud Skagen. We hebben art galleries bezocht met heel mooie impressionistische schilderijen van Krøyer en Ancher en ook wat beeldhouwerk. De gele stenen huisjes met rode daken met witten randjes zijn karakteristiek voor Skagen. Op 14 juni zijn we met windkracht 6-7 naar Saeby gezeild. Saeby is een oud vissersdorpje met mooie 17de eeuwse vakwerk huisjes en een oud kerkje met fresco’s uit de middeleeuwen en een model van een 17de eeuws zeilschip hangend aan het plafond. Hier is onze GSM in de plomp gevallen toen Marcel een jongetje uit het water viste dat met zijn Optimist in de haven was omgeslagen. Geen direct kontakt meer met familie en vrienden, en e-mails sturen was ook veel problematischer dan voorzien. We konden nergens onze laptop inpluggen. We hebben afscheid genomen van Aquadraat die naar het zuiden ging, naar het Kieler kanaal, en wij zouden naar het westen gaan door de Lymfjord. Van 16 tot 21 juni hebben we door de Lymfjord gezeild. De Lymfjord loopt dwars door Jutland en verbindt het Kattegat met de Noordzee. Op 16 juni hebben we Marcel’s veertigste verjaardag gevierd, met verse broodjes (een kadeautje van onze buurman), chokoladecake, een drankje op een verwarmd buitenterras en een lekker diner in een restaurant in Ålborg. In de Lymfjord zijn we door vier klapbruggen en onder een vaste brug doorgegaan. Vooral toen we onder die ene brug doorgingen, was het spannend om te zien of de mast er onder zou passen, ook al wisten we dat hij hoog genoeg zou zijn. Maar van het dek af gezien lijkt het of de brug te laag is. De Lymfjord is in het algemeen vrij ondiep. We moesten een nauw betond kanaal volgen, dat vier meter diep was. Onze boot steekt twee meter diep. Vaak zeilde Marcel dan en streepte ik de boeien die we passeerden af op de kaart. Op een nacht kwamen we moe aan in Løgstør, nadat we zo’n kanaal hadden gedaan, en besloten om vroeg naar bed te gaan. Toen we net in slaap gevallen waren, werden we wakker geknald door vuurwerk vlak boven onze boot! De aanlegplaats op Fur was te nauw voor onze boot, maar gelukkig konden we aan een andere steiger aanleggen. Op Fur hebben we weer fietsen gehuurd, en zijn het eiland rondgefietst. We hebben langs de noordwest kust naar fossielen gezocht en niet gevonden, behalve in het geologisch museum. We reden door een prachtig landschap heuvel op, heuvel af. Een goede oefening voor ons. De haven in Jegindø was te ondiep voor ons. Op de kaart stond 2.5 meter maar dit bleek 1.7 meter te zijn. Dus moesten we doorzeilen naar Lemvig. Bij de Oddesund brug zagen we een zeehond met zijn kop boven water steken. Dat duurde maar even, en toen verdween hij weer onder water. Lemvig bleek een mooie haven te hebben, met het beste restaurant tot dusver, direct aan de steiger waar we hadden aangelegd. Ons diner bestond gravad lax met asperges, gevolgd door zeewolf met garnalenmousse, gevolgd door een toetje van chocolademousse met slagroom tussen dunne krokante hazelnoot-caramel wafels. Natuurlijk hebben we aan boord ook heel goed gegezen, maar zo af en toe is het heerlijk om eens niet onder uit de koelkast of de vriezer een maaltje bij elkaar te zoeken. Onze laatste stop in de Lymfjord voordat we de Noordzee op gingen, was Thyborøn, een industriele haven. We hebben daar het “Sneglehuset” of schelpenhuisje bezocht. We hebben goed op het weer gelet m.b.v. onze weerfax, en besloten dat 22 juni een goede dag was om naar Den Helder in Holland te vertrekken, met windkracht 5 uit het noordwesten, later afnemend tot 3. Dit was de echte test: nachtzeilen met z’n tweetjes. Om ervoor te zorgen dat we ons goed zouden voelen, hebben we pillen tegen zeeziekte ingenomen, omdat er ruw uitzag. We hebben wachten van vier uur gedraaid. Marcel nam de nachtshift van 11 uur ’s avonds tot 3 uur ’s morgens. Ik bofte, want ik kon genieten van zonsondergang en - opgang. Midden in de tweede nacht zijn we de shippinglane ten noorden van Holland overgestoken. Voor deze speciale gebeurtenis waren we allebei wakker. Met behulp van de navigatie verlichting, onze verrekijker en de radar, zijn we veilig overgestoken. In de verte konden we de vuurtorens van de Hollandse waddeneilanden al zien liggen. Bij Den Helder ging de wind helemaal liggen, en besloten we om verder te gaan op de motor naar IJmuiden. We zijn daar op 24 juni rond drie uur ’s middags aangekomen. ’s Avonds aten we bij de Chinees, en Marcel was zo moe dat hij bijna van z’n stoel viel. Maar de zeiltocht was fantastisch en alles is goed gegaan. Van 24 juni tot 9 juli zijn we in IJmuiden gebleven en hebben veel vrienden en familie ons bezocht, om onze nieuwe boot te zien. We vonden het reuze gezellig en het was ook leuk om zoveel vrienden uit Oman te zien die toevallig op verlof waren in Holland. We zijn enorm verwend met cadeautjes. Het leek wel Sinterklaas! Een aantal vrienden konden ook een stukje met ons gaan zeilen. Op 8 juli hebben we een feestje gehouden om Alegría te wijden. Dat was heel gezellig. Op 9 juli zijn we met Jan Zonneveld naar Scheveningen gezeild. Toen we aankwamen werden we verrast door mijn moeder en Wim Sonneveld die op het havenhoofd naar ons stonden te zwaaien en te roepen.